Het is een kerntaak van de Nederlandse universiteiten om alle studenten goed voor te bereiden op hun toekomst: een loopbaan in onze open, internationaal georiënteerde samenleving en kenniseconomie. Alle Nederlandse universiteiten hebben daarom in hun opleidingen een internationaal perspectief verankerd. Bijvoorbeeld door wetenschappelijke vraagstukken en maatschappelijke uitdagingen in een internationale context te belichten, door Nederlandse studenten een deel van hun studie in het buitenland te laten volgen en door, omgekeerd, internationale studenten in hun opleidingen te verwelkomen. Een academische opleiding die het internationale perspectief onvoldoende biedt, mist kwaliteit en relevantie voor de arbeidsmarkt en de samenleving.
Voor een succesvolle inzet van de internationale oriëntatie van universiteiten is balans essentieel. Drie uitgangspunten zijn daarbij leidend: kwaliteit, maatwerk en inclusiviteit.
Spelen in de eredivisie
Allereerst staat voor de universiteiten als een paal boven water dat internationalisering de kwaliteit van onderwijs en onderzoek verder moet versterken. Denk aan voetbalclubs die zich versterken met spelers en coaches uit het buitenland en zo het niveau van hun club en de Nederlandse competitie omhoog trekken. Omgekeerd, spelen Nederlandse voetballers vaak een tijd in een buitenlandse competitie, ontwikkelen zich daar en brengen na hun terugkeer een schat aan ervaring mee. Het is tegenwoordig toch haast ondenkbaar dat voetbalclubs in de Eredivisie enkel spelers uit Nederland opstellen. Dat deze uitwisseling net als in het voetbal ook in economisch opzicht interessant is - een buitenlandse student die in Nederland komt studeren, levert per saldo meer op voor de Nederlandse economie dan zij kost – is een mooie bijvangst, maar daar is het ons niet om te doen: het gaat om de nationale en internationale circulatie van kennis en talent.