Al jaren zijn er problemen in het leerlingenvervoer voor het speciaal onderwijs, maar de laatst tijd lijken die problemen steeds extremere vormen aan te nemen. Er zijn te weinig chauffeurs beschikbaar, kinderen komen veel te laat of zelfs helemaal niet op school en soms wordt er een kind bij het verkeerde huis afgeleverd. Hoe zijn deze problemen ontstaan en nog belangrijker: hoe komen we ervan af? Het Leerlingen Belang Voortgezet Onderwijs (LBVSO) komt op voor de belangen van alle leerlingen in het voorgezet speciaal onderwijs. In het tweede deel van deze interviewreeks spreken wij met Inge Verdaasdonk van LBVSO over de problemen in het leerlingenvervoer.
“De problemen zitten in het systeem. Er wordt nu via een aanbesteding vanuit de gemeente bekeken welke vervoerder de opdracht mag gaan uitvoeren. Dat is het grootste probleem, denken wij. Er wordt gestuurd op zo weinig mogelijk geld uitgeven in plaats van dat er aandacht is voor de kwaliteit van het vervoer”, aldus Inge Verdaasdonk van LBVSO. “De kwaliteit wordt dan toch meer secundair. En in sommige gemeentes schrijft maar één partij zich in, waardoor gemeentes wel willen sturen op kwaliteit, maar nergens uit kunnen kiezen.”
Ze zijn er ergens vanuit gegaan dat kinderen prima zelf kunnen reizen. Inge ontkent ook niet dat er kinderen in een busje zitten die niet kunnen fietsen of die nooit met het openbaar vervoer gaan, maar “dat wil nog niet zeggen dat ze in staat zijn om elke dag zelfstandig die reis af te leggen. Je moet je ook afvragen hoeveel winst je daarmee behaalt. Want als het betekent dat iemand regelmatig in de stress zit omdat de bus niet rijdt, dan doet dat ook iets met het onderwijs.” Het kind in kwestie kan zich dan niet meer richten op het onderwijs, omdat er dan al zoveel prikkels en energie naar het reizen zelf gaat. “Dat geldt overigens ook voor onbetrouwbaar of heel slecht leerlingenvervoer waarbij chauffeurs naar leerlingen schreeuwen.”
Chauffeurs
Chauffeurs verdienen nu geen leefbaar loon en krijgen geen fatsoenlijke contracten. Inge geeft aan dat de LBVSO klachten krijgt van chauffeurs die helemaal niet opgeleid zijn om met deze kinderen om te gaan. En er zijn ook kinderen die niet met élkaar kunnen omgaan. “Maar als jij chauffeur bent, en er gaan kinderen achter jouw ruzie maken in de bus. Wat doe je dan? Hoe ga je handelen? Je hebt geen handen vrij en je kan ook niet even aan de kant van de weg gaan staan.” Dat leidt wel tot momenten dat men denkt dat de kwaliteit van het vervoer niet op orde is. De chauffeur gaat dan namelijk roepen naar de kinderen dat ze moeten stoppen met ruziemaken. “En ik snap die chauffeur heel goed, maar je krijgt er onwenselijke situaties van.”
Inge vindt het te makkelijk om te roepen dat het probleem met het leerlingenvervoer aan het chauffeurstekort ligt. “Want hier is nog wel een stuk te winnen wat betreft secundaire arbeidsvoorwaarden, uurlonen en het bieden van vaste contracten. Nu is het niet erg aantrekkelijk om chauffeur te zijn.”
Gespecialiseerde begeleider mee in de bus
Tegelijkertijd hoort Inge wel dat er gepensioneerden zijn die alsnog aan de slag gaan als chauffeur, omdat ze iets willen toevoegen. “Ik kan mij voorstellen dat het voor die groep best wel leuk is. En dat, als het nodig is, er ook een gespecialiseerde begeleider in de bus zit.” Dat zal niet bij alle busritten zo zijn, maar sommige kinderen kunnen er eigenlijk helemaal niet tegen om met zijn allen in een bus te zitten. ‘Die hebben daar moeite mee, waardoor je ook gedrag kan hebben dat je liever niet wil in een bus. Die zitten ook niet voor niets op het speciaal onderwijs.”
Klachten van ouders en scholieren
Wat de LBVSO vooral veel aan klachten hoort is het te laat ophalen van de kinderen. Ouders zitten ’s ochtends structureel in de stress, omdat ze niet weten wanneer hun kind precies opgehaald wordt. “Maar we horen ook verhalen van kinderen die havo/vwo doen, in het examenjaar zitten, en keer op keer lessen missen doordat het vervoer niet op orde is. Daarmee neemt de kans op slagen echt af.”
Die leerlingen blijven achterlopen en dat kan ervoor zorgen dat het aantal thuiszitters ook toeneemt. “Dat leerlingen zeggen ‘laat maar zitten, ik ga het toch niet meer halen dit jaar’. Of jongere kinderen die zo onrustig worden van elke keer een andere chauffeur en andere tijden, dat zij niet meer door een vreemde chauffeur opgehaald willen worden en daardoor thuis komen te zitten.”
Inge vindt de verhalen van ouders ontzettend moeilijk om te lezen. “We hebben ouders ook gevraagd om hun verhaal naar ons te mailen, zodat wij het naar buiten kunnen brengen en ervoor kunnen zorgen dat iedereen weet dat deze problemen er zijn. Dat is wel heel verdrietig om te lezen.”
De ouders vragen eerst aan de chauffeur waarom deze te laat is. De chauffeur kan daar in veel gevallen niets aan doen. Vervolgens bellen ouders de vervoerder, en die geeft aan ermee bezig te zijn. “Ik zeg vaak tegen die ouders dat ze ook de gemeente moeten bellen. Want de gemeente betaalt voor het vervoer. De gemeente verwijst hen vaak terug naar de vervoerder en dan houdt het eigenlijk op.” Met andere woorden: je wordt van het kastje naar de muur gestuurd.
“We hadden aan het begin van dit schooljaar echt de hoop dat het beter zou gaan. Vorig jaar hebben we veel gesprekken gehad. We dachten dat iedereen wel gewaarschuwd was en dat er geen enkele gemeente dit jaar in de krant wilde komen als die ene gemeente waar het heel slecht gaat. Toch gaat het op meerdere plaatsten harstikke mis.”
Wijzen naar de ouders
De LBVSO is, net als Ouders & Onderwijs, uit het gesprek met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) gestapt. “Op een gegeven moment kwam er weer een krantenbericht, net nadat een kind voor de tweede keer bij wildvreemde mensen was afgezet, van een deskundige die ook in het expertiseteam zit. Zij gaf aan dat het ook de verantwoordelijkheid van de ouders is dat een kind op school komt. Vanuit haar perspectief snap ik dat zij dat zegt, zij verdient haar geld met een reiskoffer waarmee ze kinderen leert om zelfstandig te reizen. Maar wij hadden wel zoiets van, als je nu weer gaat wijzen naar de ouders dan zijn we terug bij af. Dat lost het probleem niet op.”
Dat moment was voor de LBVSO de druppel om met de gesprekken met het VNG te stoppen. “Inmiddels hebben we een gesprek gevoerd met de minister, want we willen wel dat er een oplossing komt. Maar dan moet er ook wel perspectief zijn. En we zullen wel weer terug in gesprek gaan met elkaar, maar dan wel op weg naar structurele oplossingen.”
Leerlingenvervoer een onderdeel van het speciaal onderwijs
De LBVSO gelooft niet dat je alles op een grote hoop moet gooien. Dus dat de deeltaxi erbij komt. “Dan wordt het vervoer voor iedereen een beetje slechter.” De LBVSO wil dat er breder gekeken gaat worden naar een oplossing voor dit probleem, maar helaas lijkt deze niet zo 1,2,3 gevonden.
“Het leerlingenvervoer zou een onderdeel kunnen zijn vanuit het onderwijs. Maar het onderwijs zelf hoor je er vrij weinig over. “Scholen zitten ook niet bepaald te wachten op een bak extra werk. Ik denk dat dat ook wel een reden is waarom ze zich niet heel erg uitspreken.” Inge weet dat er op lokaal gebied wel scholen zijn die hierover klagen bij de gemeente. “Het geeft in de klas onrust als kinderen in het eerste uur allemaal op een ander tijdstip binnenkomen, want wanneer start je dan precies je les? En aan het einde van de dag wil het onderwijspersoneel ook gewoon naar huis. Als er dan nog een paar kinderen op het schoolplein staan te wachten op de taxi, dan kan jij niet naar huis.” Scholen hebben er dus ook echt wel last van, maar zullen dit niet zo snel zeggen.
Gemeentes
De gemeentes waar het nu niet lekker loopt zijn de gemeentes die vorig jaar een nieuwe aanbesteding hebben gedaan. “Volgend jaar zijn er weer andere gemeentes aan de beurt voor een nieuwe aanbesteding, en dan zullen daar weer veel klachten over zijn.” Onder andere de gemeentes Den Haag en Breda vallen op dit moment op een negatieve manier op, “maar dat zullen ze zelf ook zeker niet ontkennen.”
De LBVSO heeft zelf een tijd een meldpunt gehad en daar kwamen best wat klachten op binnen, maar geen enkele klacht uit Breda. “Terwijl we weten dat er in Breda nog heel veel kinderen niet eens ingepland zijn. Ze hebben wel een indicatie thuis liggen waarop staat dat ze recht hebben op leerlingenvervoer, maar er is nog geen ruimte om ze in te plannen.” Misschien komen die klachten niet in de mailbox van de LBVSO omdat men weet dat het vervoer in Breda niet op orde is. “Wij kunnen nu dus wel gaan turven en kijken welke gemeente slecht scoort, maar dat zegt eigenlijk heel weinig.”
Als je er maar in investeert’
Dit probleem kan uiteraard niet nog tien jaar duren. Er moet dus snel een oplossing komen. “Wat ons betreft is elke dag een dag te lang. Volgens mij rijden er overdag nog genoeg privétaxi’s rond die ruimte hebben voor ritten. We zien echt nog wel mogelijkheden, maar alleen als je ervoor betaalt.” Inge heeft niet het idee dat er heel hard wordt ingezet op een structurele oplossing. “Het onderwijs zit er nu niet op te wachten om ernaar te kijken of het leerlingenvervoer naar hen toe kan.”
“We kunnen het eigenlijk allemaal best, als je er maar in investeert en als je het het geld waard vindt. Volgens mij moeten er begeleiders te vinden zijn die op zo’n busrit willen begeleiden, maar je moet er wel voor willen betalen. Ik denk echt dat we nu door het ijs aan het zakken zijn en het wachten is op een serieus veiligheidsincident.” Maar daar wil Inge liever niet over nadenken. “Je kan telkens een klein beetje geld weghalen, het een klein beetje efficiënter proberen te maken en nog wat goedkoper, maar op een gegeven moment kan het niet meer.”
Lees hier ons eerste interview met Marieke Boon van Ouders & Onderwijs
Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk