Forming, storming, norming en performing. Een nieuwe klas, een nieuwe juf of meester, andere regeltjes en nieuwe verhoudingen. De meeste kinderen moeten na de zes weken lange zomervakantie weer even wennen aan school. Als leerkrachten dat proces op een goede manier begeleiden, ontstaat eerder een fijne klas waarin kinderen zich thuis voelen. “En uit onderzoek blijkt dat dat uiteindelijk ook weer betere leerresultaten oplevert”, zegt auteur en GZ-psycholoog Boaz Bijleveld. Hij schreef het boek De gouden weken over het begeleiden van deze verschillende fases van de groepsvorming.
De vier fases van groepsvorming zijn niet nieuw maar afkomstig van de Amerikaanse psycholoog Bruce Tuckman. Hij beschreef in 1965 de groepsvorming in verschillende teams zoals legerunits, vriendengroepen of sportteams. Bijleveld: “Vijftien jaar geleden ontwikkelde een collega van mij Frans Meijer een training over deze manier van groepsvorming speciaal voor het onderwijs. Die werd heel populair. Inmiddels maken heel veel scholen hier gebruik van en is het een begrip in het onderwijs.”
De vier fases verlopen -grofweg- als volgt. Tijdens forming leren de kinderen elkaar en de leerkracht kennen en stellen de klas gezamenlijk nieuwe regels op. “Samen stelt de klas vast wat ze belangrijk vindt, maar ook hoe ze kunnen reageren als een kind de regels overtreedt. Het is ook de periode dat de kinderen nog een beetje afwachtend zijn. Ze kijken nog de kat uit de boom.” En juist door in het begin al de regels af te spreken, zal de volgende fase rustiger verlopen.
Oudergesprekken horen ook bij deze fase, vindt Bijleveld. “Ouders hebben een schat aan informatie over hun kind. Door al vroeg in het schooljaar te praten, bouw je een relatie en kan je als leerkracht ook sneller contact maken als het even niet goed gaat.”
Drukte tijdens storming
Na die kennismaking, breekt de storming aan. Tijdens deze fase worden de verhoudingen duidelijk. Dat verloopt niet altijd even soepel of rustig. “Dit noemen we daarom ook de conflictfase”, zegt Bijleveld. “Leerlingen zoeken de grenzen op om te ervaren waar die ligt. Ze kijken – soms letterlijk- wie de sterkste is. Er worden grapjes gemaakt. Dat zorgt voor botsingen en wrijvingen.” Die onrust is niet altijd de makkelijkste fase voor de leerkracht. “Maar het helpt als je weet wat je kunt verwachten en als er eerder afspraken zijn gemaakt met de klas waar je op terug kunt vallen. Door deze fase goed te begeleiden, kun je dus eigenlijk volgende fase, norming naar voren halen.”
Klassen die vast blijven hangen in deze fase, blijven vaak erg onrustig. Bijleveld: “Tijdens de lessen wordt voortdurend ruzie gemaakt, of steeds gelachen. Dat kan heel vermoeiend zijn voor een leerkracht en komt ook de veiligheid in de groep niet ten goede.”
Tijdens de norming zijn de verhoudingen duidelijk en leren de kinderen elkaar steeds beter kennen. Ze gedragen volgens de regels die gezamenlijk zijn afgesproken. Bijleveld: “Als leerkracht is het belangrijk dat je daarbij ook het goede voorbeeld geeft. Is bijvoorbeeld afgesproken dat niemand wordt buitengesloten, geef dan zelf ook aandacht aan dat kind dat je lastig vindt.”
De rust keert terug
Na ongeveer zes weken bereikt de klas de performing fase. “De klas vormt een eenheid en werkt samen op die manier die kenmerkend is voor deze groep.” De rust is teruggekeerd, maar lang niet altijd blijvend tot het einde van het schooljaar, waarschuwt Bijleveld. Want soms verandert er wat in een klas. Bijvoorbeeld als er een nieuw kind komt of een andere leerkracht. “Uit onderzoek blijkt dat de groep weer een aantal stappen terug gaat om de fases opnieuw te doorlopen.” Bijleveld schreef daar ook een boek over De zilveren weken dat deze maand verschijnt.
En ja, groepsvorming gebeurt altijd, ook als je als leerkracht het doorlopen van de verschillende fases niet actief begeleidt. “Maar het voordeel van het werken met de verschillende fases is dat je de drukke storming beter kunt reguleren en de norming eerder kunt stimuleren”, zegt Bijleveld. Zo keert de rust eerder terug in de klas en is de kans groter dat leerlingen zich veiliger en prettiger in hun vel voelen.
Minder pestgedrag
Leerkracht en blogger Maike Douglas van jufmaike.nl maakt zelf al meerdere jaren gebruik van de gouden weken. “Ik merkte dat het zorgt voor leukere groepen.” Kinderen zijn meer bij elkaar betrokken, helpen elkaar beter en durven ook meer in de klas, ziet ze. Daarnaast is er minder pestgedrag en sluiten kinderen elkaar minder vaak buiten. “Door stil te staan bij de groepsvorming, krijgen de kinderen een betere band met elkaar en voelen ze zich veiliger.”
De eerste drie schoolweken plant Douglas twee tot drie groepsactiviteiten per dag in. “Dan ben ik minder gericht op de lesstof en meer op de groepsvorming.” Iedere dag staat bijvoorbeeld een leerling in het zonnetje. Hij of zij mag dan voor de klas vertellen over zichzelf. “Of ik doe ‘zoek iemand die’ waarbij de kinderen elkaar moeten vragen naar hun hobby’s of thuissituatie. Zo ontdekken ze raakvlakken met elkaar.”
Teambuilding in de klas
Na die eerste weken barst de storming los, ervaart ook Douglas. “De kinderen zijn dan heel druk en soms is er spraken van pestgedrag.” In die weken praat de leerkracht veel met de kinderen. “Ik vraag ze hoe ik ze als juf kan helpen om beter op te letten of bespreek in de klas wat de gevolgen zijn van pesten.” Daarnaast maakt ze gebruik van energisers, korte, fysieke spelletjes die zorgen voor teambuilding. “We gooien bijvoorbeeld propjes papier naar elkaar of de kinderen krijgen de opdracht om in een kring te gaan staan door een hoepel te stappen, zonder de handen los te laten.”
Door al die activiteiten merkt de leerkracht dat ze de groepsvorming beter kan begeleiden en in de hand houden. Douglas: “Als je dat niet doet, zie je dat de kinderen hun eigen groepjes gaan maken. Dat moet je eigenlijk voor zijn zodat niemand buiten wordt gesloten.”
Na de eerste roerige weken gaat er minder aandacht naar de groepsvorming. Tot de kerstvakantie: “De kinderen zijn dan twee weken thuis geweest en hebben veel feestjes gehad.” Opnieuw plant Douglas die eerste weken van het jaar spelletjes en activiteiten in. “Dat helpt iedereen om er weer in te komen.”
Door: Nationale Onderwijsgids / Marjolein Kooyman