De Onderwijsraad pleitte onlangs voor een verlengde brugperiode van drie jaar. Leerlingen worden dan niet langer vanuit de basisschool naar een bepaald onderwijsniveau gestuurd, maar volgen drie jaar lang gezamenlijk hetzelfde onderwijs. Dat zou zorgen voor meer ontwikkelingsmogelijkheden en gelijke kansen. Het Theresialyceum in Tilburg kent al decennia een driejarige brugperiode voor havisten en vwo’ers. “Eigenlijk geef je de leerling meer tijd om te worden wie hij is,’’ zegt Emily den Braven, afdelingsleider eerste klas van het Theresialyceum.
NOG
Drie jaar in de brugklas? Het Theresialyceum in Tilburg werkt al decennia met een verlengde brugperiode
-Het onderwijssysteem faalt op een belangrijk punt, constateert de Onderwijsraad in het advies Later selecteren, beter differentiëren: “Leerlingen krijgen onvoldoende kans op onderwijs dat recht doet aan hun capaciteiten en ontwikkeling. Nederland doet hiermee al jaren leerlingen tekort en de economie en samenleving lopen talent mis.”
“Ja, dat is ook de kern van het idee achter van onze verlengde brugperiode; de keuze uitstellen zodat ook laatbloeiers de kans krijgen zich zo goed mogelijk te ontwikkelen. Ieder jaar weer zijn er kinderen die mij versteld doen staan. Die komen binnen met een laag havo-advies maar verlaten de school uiteindelijk fluitend met een havo- of soms zelfs hun vwo-diploma.’’
“Al sinds de invoering van de Mammoetwet in 1968 hebben wij deze verlengde periode. In het eerste jaar van de brugklas zijn kinderen vooral bezig om te wennen. De overstap van de basis- naar de middelbare school is vaak lastig. Op hun basisschool behoorden deze leerlingen tot de beste. Op het Theresia moeten ze opeens aan het werk. In de tweede klas belanden veel kinderen vervolgens in de puberteit. Dan zijn ze vooral bezig met leeftijdsgenootjes en is school opeens een stuk minder belangrijk. Pas in de derde klas zien we de kinderen ‘landen’. Dan vinden ze de rust en gaan ze zich richten op wat ze in de toekomst willen en kunnen gaan doen. Die drie jaar hebben ze vaak nodig om hun hoogst haalbare niveau te halen. Dat is ook ons doel. Daarnaast neemt het ook de druk weg. Kinderen krijgen een veel langere periode om te laten zien waartoe ze in staat zijn.”
“Jongens bijvoorbeeld omdat zij soms later tot bloei komen. Maar ook kinderen van wie we van de leerkracht te horen krijgen ‘dat het zit er wel in zit, maar er nog niet uitkomt’. Dat blijkt meestal ook te kloppen. Deze kinderen hebben gewoon iets meer tijd nodig.’’
“Differentiatie. Dat doen we zoveel mogelijk. De reguliere lessen worden gegeven op havo/vwo niveau. Kinderen die dat niveau lastig vinden krijgen zoveel mogelijk begeleiding van andere docenten. We zien dat dat hen verder helpt. Voor kinderen die juist heel goed mee kunnen komen zijn er aanvullende modules te volgen zoals Chinees, Spaans, drama, 3D-printen en muziek. Ook hebben we grote groep hoogbegaafde kinderen met een IQ boven de 130. Voor hen is er ook een traject op maat om hen uit te blijven dagen.’’
“Dat klopt. Onze collega’s bieden meer maatwerk. Ze hebben niet alleen maar havisten of vwo’ers in de klas, maar begeleiden kinderen van verschillende niveaus. Collega’s weten dat ook als ze op onze school worden aangenomen. Mentoren spelen daarbij overigens een belangrijke rol. Zij weten van elk kind wat hun behoefte is en houden dat in de gaten.’’
“Zeker. Dat is een belangrijk onderdeel van de verlengde brugperiode. Over de verschillende niveaus heen werken ze samen aan opdrachten. Een ander voordeel is de sociale cohesie die daardoor ontstaat. Alle kinderen, ongeacht het niveau, leren elkaar kennen en zitten bij elkaar in de klas. Er wordt niet gekeken naar welk niveau een leerling volgt, maar naar het kind zelf. Dus geen onderscheid op havisten of nerds. Dat draagt bij aan onderling respect.”
“Om de zoveel tijd beoordelen we of de langere brugperiode nog goed werkt. De laatste keer dat we dat deden, drie jaar geleden, zagen we dat er een groeiende groep leerlingen was die teveel druk ervaarde van de lessen op havo/vwo-niveau. Daarom hebben we er toen voor gekozen een klas 2 havo op te richten. Een klein deel van de kinderen maakt daar gebruik van.”
“Onze leerlingen hebben het niveau van laag havo tot hoogbegaafd. Nog breder zou wel kunnen, maar dan heb je veel kleinere klassen nodig, meer handen in de klas en tegelijkertijd voldoende en degelijke externe begeleiding. Het zal veel tijd en geld kosten. En waar trek je de grens? Zijn dan alle kinderen welkom, van vmbo-kader tot vwo of alleen vmbo-tl. Daar moet je goed over nadenken.’’
“Allereerst de docenten. Zijn zij bereid om op een andere manier te gaan werken? Alleen lesgeven aan havisten of gymnasiasten is toch anders. Docenten moeten goed voorbereid worden om nog meer te kunnen differentiëren. Ook belangrijk; de intensieve begeleiding. De ene leerling zal meer hulp nodig hebben dan de andere. Wij hebben voor hen een uitgebreid begeleidingssysteem met extra lessen in vrijwel alle vakken. Daarnaast moet in het schoolplan uitgewerkt worden hoe je wilt differentiëren en wat je als school wilt bereiken met zo’n verlengde brugperiode.”
Door: Nationale Onderwijsgids / Marjolein Kooyman