Normal_staken

Op 14 februari sluiten scholen opnieuw de deuren om te staken voor minder werkdruk en een hoger salaris. Acties vinden niet plaats in het hele land – zoals bij de stakingen op 5 oktober en 12 december vorig jaar – maar alleen in het Noorden. Later zijn andere provincies aan de beurt. Doen docenten er goed aan wederom de scholen dicht te gooien? 

De berichten over een afnemende steun voor de stakingen komen van meerdere kanten. Zo zei voorzitter van de PO-raad Rinda den Besten dat het draagvlak kleiner wordt omdat het de derde keer is in korte tijd dat docenten het werk neerleggen. Ouders & Onderwijs bewees in december de afnemende steun via een enquête onder ouders. Waar bij de eerste staking op 5 oktober een meerderheid (85 procent) van de ouders achter de docenten stond, was dat op 12 december nog maar de helft (48 procent). 

‘Ouders willen ook iets bijdragen’

Het komt er kort gezegd op neer dat niet alle partijen die een rol hebben in het onderwijs staan te springen om weer een staking. Het roept de vraag op of het verstandig is om opnieuw de scholen te sluiten. Peter Hulsen, directeur van Ouders & Onderwijs, hoopt dat het onderwijs andere manieren van actievoeren zoekt.

“Wij hebben tegen de onderwijswereld gezegd: ouders maken zich ook zorgen over het onderwijs. Ze zien dat leraren een te hoge werkdruk hebben. Door de scholen een dag te sluiten wordt de actie eenzijdig, staan ouders aan de kant. Ouders mogen de kinderen opvangen en hebben verder geen rol. Wij hebben de indruk dat ouders ook willen en kunnen bijdragen aan het debat over goed onderwijs. In de nu lopende enquête vragen we daar ook naar.”

De landelijke belangenclub wil aan de hand van de enquête duidelijk maken hoe ouders over staken denken. Dat het onderwerp wat minder populair is dan bij eerdere stakingen, bleek in december uit de respons op de enquête. Vulden in oktober nog 1852 ouders de vragenlijst in, in december was daar nog maar een derde deel van over.

Hulsen: “Het is niet de opzet van Ouders & Onderwijs met het houden van een enquête iemand dwars te zitten. De ouders van Nederland spreken voor zichzelf en wij kunnen dat inzichtelijk maken en op de kaart zetten. Wij staan voor goed onderwijs en werken er op allerlei manieren met onderwijsorganisaties en –professionals aan het onderwijs te verbeteren.”

Tegengeluid

De steun mag dan bij iedere staking afnemen, toch hebben de ‘estafettestakingen’ volgens de actievoerders een groot voordeel. Zij zeggen dat er hierdoor meer tijd is om te laten zien wat er speelt en zo houden zij de aandacht langer vast. Het werkt in hun voordeel dat steeds duidelijker wordt hoe nijpend de problemen zijn in het onderwijs. Zo is op de website lerarentekortisnu.nl te zien welke scholen leraren missen en wat de consequenties daarvan zijn. De lijst is niet compleet, want niet iedere school geeft informatie door.

Juist omdat de problemen steeds beter zichtbaar zijn, is bij Thijs Roovers van actiegroep en vakbond PO in Actie ergernis in zijn stem hoorbaar als het gaat over de in zijn ogen excessieve aandacht in de media voor weerstand die er is tegen de stakingen. “Je merkte in aanloop naar de tweede staking op 12 december al dat de media op zoek waren naar een tegengeluid”, zegt hij. “We hadden de goodwill, maar dat begint te vervelen. Er was toen een clubje, genaamd Ouders in Actie en bestaande uit vijf ouders, die constant met PO in Actie bezig was, tot aan het vervelende toe. Ouders in Actie heeft ook in de media aandacht gekregen. Dat vind ik bijzonder. 350.000 Nederlanders gaven eerder in een petitie aan onze eisen te steunen. Waarom krijgen die het woord niet?”

Krijgt PO in Actie meer negatieve reacties?
“Ik merk in de reacties vooral veel steun van ouders. Ze snappen dat we moeten vechten voor goed onderwijs en dat we heel begaan zijn met het lot van kinderen. Staken doen we niet met een glimlach, maar met pijn in het hart. Er zijn natuurlijk ouders die altijd negatief reageren. Ouders in Actie is daar een mooi voorbeeld van. Zij zeiden: ‘We zijn het eens met jullie, maar we zijn tegen stakingen. Jullie moeten andere acties bedenken’. Als we dan andere acties hebben, zie je dat ze daar ook negatief op reageren. Wil je nu echt hetzelfde doel dienen of stangen en je gelijk halen?”

Uit de enquête van Ouders & Onderwijs blijkt dat het draagvlak afneemt. Wat doen jullie met dat signaal?
“Dat nemen we serieus. Als er negatieve geluiden zijn, dan komt dat omdat we zelf te lang dingen intern hebben opgelost en te weinig hebben gecommuniceerd over wat er speelt op school. Dat komt terug als een boemerang in je gezicht. We proberen ouders zo goed mogelijk te informeren over het waarom van de staking en het zou fijn als Ouders & Onderwijs daar ook in meewerkt en laat zien waarom er gestaakt wordt. Je zou de enquête eens moeten bekijken die ze hebben uitstaan. Ik vind de tekst vrij negatief en zonder achtergrondinformatie, terwijl ik heb gevraagd of ze dat wel willen doen. Ik word dan achterdochtig. Het is een vrij sturende enquête. Ouders & Onderwijs is een organisatie die door het ministerie van Onderwijs gefinancierd wordt. Of ze onafhankelijk zijn? Je kunt er wel je vraagtekens bij zetten.”

In hoeverre houd je rekening met de wensen van ouders om te staken? Woensdag of vrijdag zou voor de ouders een relatief gunstige stakingsdag zijn.
“We kijken in eerste instantie wat het beste middel is om ons doel te halen. De aankomende staking is op woensdag 14 februari en dat viel mooi samen met Valentijnsdag. Ik vind overigens wel weer typerend voor deze sector dat we het laten afhangen van wat ouders ervan vinden. Er wordt bij een staking van de NS ook niet gevraagd naar de mening van de reiziger. Ik heb ook geen peiling gezien bij de staking van buschauffeurs. Het gaat om goed onderwijs. Ludieke acties, ik vind het prima, als het geld er maar komt.”

Ik merk dat het je irriteert.
“Ik houd zeker niet van die spin. Alle cijfers wijzen op een enorm lerarentekort. Het speelt nu al. Als je aan onderwijs komt, word ik fel. Je moet daar als overheid actie op ondernemen. Dit soort spin-offs (Ouders in Actie), ik raak daar geïrriteerd door. Ze leiden af van de kern van het probleem en de oplossing. Ik kan niet hard maken dat bewust gesaboteerd wordt, maar ik heb wel vermoedens dat er mensen baat bij hebben als wij het geld niet krijgen.”

Wat is jouw indruk van de nieuwe minister, Arie Slob?
“Ik ben heel erg blij dat er een vervanger is voor Sander Dekker. De nieuwe minister heeft vanaf het begin laten zien dat hij met de docenten in gesprek wil. Op zijn eerste werkdag werden wij al uitgenodigd. Hij is op de hoogte van wat er speelt. Slob is natuurlijk gebonden aan het budget dat er nu ligt, aan de andere kant zijn er problemen. De enige die het kan oplossen, is de overheid. Slob is een betrokken en vriendelijke man, maar dat betekent niet dat we stoppen met actievoeren.”

 

 ‘Onderwijs een moeilijke sector’

In het verleden zijn vaker stakingen in het onderwijs geweest. De meest opmerkelijke was in 2012, toen 50.000 mensen naar de Amsterdam Arena kwamen om te protesteren tegen de bezuinigingen in het speciaal onderwijs. Toch wordt in het onderwijs niet vaak het werk neergelegd. Deze stakingsdatabase toont meer dan 16.000 stakingen in de periode 1372-2008. Daarvan slechts enkele tientallen in het onderwijs. Dat komt mede omdat het voor ambtenaren tot 1981 verboden was om te staken.

Dat in het onderwijs niet vaak wordt gestaakt komt omdat het een moeilijke sector is, zegt stakingsexpert Sjaak van der Velden. “Net als mensen in de verpleging voelen onderwijzers een soort sociale verplichting naar leerlingen en hun ouders. Het hele onderwijs platgooien, dat is nogal wat. Het is wel bijzonder dat dit al de derde staking kort achter elkaar is.”

Van der Velden denkt dat actiegroepen in de overheid een taaie tegenstander hebben. “De overheid hoeft niets te verkopen. De marktpositie van docenten is zwak, dat blijkt ook wel uit hun lage salaris. De eerste keer is zo’n staking een feestje, bij de derde keer kunnen ouders gaan morren. Moet ik weer een vrije dag opnemen? Je ziet vaak dat dit soort acties een stille dood sterven.”

© Nationale Onderwijsgids / Frank Molema