Wereldwijd is het steeds belangrijker dat leerlingen in het basisonderwijs kennis maken met programmeren. De benodigde vaardigheden in de maatschappij veranderen en vacatures in de ICT nemen toe, dus moet ook het onderwijs daarop inspelen door kinderen 21-eeuwse vaardigheden te leren. In een wereld waarin de technologie steeds belangrijker is, hebben grote tech-bedrijven in Nederland daarom de 'CodePact' ondertekend; een samenwerkingsverband tussen publieke en private partijen waarin honderdduizenden kinderen onderwezen worden in programmeren. Eén van de bedrijven die meewerkt aan CodePact en kinderen de programmeerbasis leert, is Bomberbot. Joost Bazelmans, verantwoordelijk voor de business development, vertelt over hun lesmethode, Neelie Kroes en het belang van programmeren voor het onderwijs.
Bomberbot, opgericht in 2013, is een startup die lesmateriaal aanbiedt voor het basisonderwijs. Samen met onder andere Google, Microsoft en IBM zijn zij onderdeel van het CodePact. Het doel: kinderen leren programmeren, zodat zij goed voorbereid zijn op de maatschappij zoals die er over enkele jaren uit zal zien. Oud-eurocommissaris Neelie Kroes is groot voorstander van CodePact. Zij lanceerde het project op 21 mei bij de start van het Onderwijsfestival2032 in Amsterdam. “Een kind dat niet de kans krijgt om te leren programmeren, begint gemankeerd aan zijn levensreis”, zei Kroes in haar keynote voorafgaand aan de lancering van CodePact. Volgens haar is een nieuwe taal ontstaan die kinderen zouden moeten leren. Het is de bedoeling dat programmeren een vast onderdeel wordt van het onderwijscurriculum.
Kroes heeft Bomberbot dit jaar uitgeroepen tot de meeste innovatieve startup. Bomberbot biedt een lespakket waarbij alles wat in de klas geleerd wordt in een game op de computer geoefend kan worden. Het is de bedoeling dat de kinderen in die game een robot door middel van opdrachten naar de uitgang leiden. Die opdrachten moeten in de juiste volgorde achter elkaar worden gezet, zodat de robot weet hoe hij naar de uitgang moet gaan. Leerlingen gaan patronen in de opdrachten zien en halen op die manier een bepaald niveau. Daarnaast doen de kinderen ook 'offline' opdrachten. Ze leren bijvoorbeeld een verhaal, dat is opgedeeld in tien zinnen en vervolgens door elkaar is gehusseld, achter elkaar te plakken zodat er een logisch verhaal ontstaat. Op deze manier leren ze op een simpele manier 'sequentieel te werken'. Bomberbot biedt totaal zestien lessen aan, die ongeveer 45 minuten duren. Na twaalf lessen moeten de kinderen de principes van programmeren snappen, de vier laatste lessen zijn extra.
Door het lespakket, gebaseerd op het curriculum uit Engeland dat door de Cambridge University is ontwikkeld, kunnen kinderen dus in spelvorm en op een eenvoudige manier leren programmeren. “Er wordt vaak gedacht dat programmeren heel ingewikkeld is, maar door de manier waarop wij het brengen is het niet ingewikkeld”, legt Bazelmans uit. “Wij leren de kinderen de fundamentele principes van het programmeren. Geen inwikkelde programmeertaal, want als zij afgestudeerd zijn bestaat die taal niet meer.”
De bedoeling is uiteindelijk om programmeren verplicht te stellen in het onderwijscurriculum. In Engeland, Griekenland en Letland is programmeren al een verplicht onderdeel van het curriculum. “Wat dat betreft loopt Nederland nog achter op die landen”, vindt Bazelmans. “De overheid heeft in die landen al ingezien dat er iets gedaan moet worden aan het tekort aan ICT'ers en digitale geletterdheid. Kroes is het onderwerp niet voor niets aan het pushen. Dat zal ze niet doen als we voorop aan het lopen waren. Nederland wil een kenniseconomie zijn, dan vind ik dat programmeren een vast onderdeel in het onderwijs moet zijn.” Net als alle andere partijen heeft Bomberbot een manifest ondertekend voor CodePact. Onderdeel van de afspraak is dat Bomberbot het huidige curriculum (groep 4 t/m 7) verder gaat ontwikkelen naar een curriculum voor alle groepen (1 t/m 8) in het basisonderwijs. Het lespakket van het jonge bedrijf richt zich nu nog op bovenbouw van het basisonderwijs. Nu wordt vooral gedoceerd aan groep 6 en 7. Groep 8 krijgt er minder les in omdat de druk daar wat hoger ligt in de reguliere dingen die zij moeten doen, zoals de Cito-toets. Daarnaast is het de bedoeling om alle docenten in staat te stellen om programmeerles te geven zonder voorgaande programmeerkennis.
Volgens Bazelmans hoeven docenten, die zelf nog weinig weten op het gebied van programmeren, zich geen zorgen te maken of zij het zelf wel begrijpen. Het is denkbaar dat docenten onzeker zijn over het lesaanbod, maar dat lijkt onnodig. “Als docenten de les één keer hebben doorlopen, dan kunnen ze het zich eigen maken. Wij richten ons vooral op docenten, omdat wij van mening zijn dat we docenten in hun kracht moeten zetten om het vak te kunnen doceren. Er is natuurlijk nog wel een andere manier om dat te doen, je kunt kinderen ook gewoon toegang geven tot de website en ze daar zelfstandig aan de slag laten gaan. Maar we zien in die benadering veel concurrentie van de gamewereld. Daarnaast wordt het zeer waarschijnlijk een verplicht onderdeel van het onderwijscurriculum en op dat moment zal de docent toch de les moeten gaan geven. Daar moeten wij op voorbereid zijn.”
Als kinderen online steeds vaardiger worden, stel je ze dan ook bloot aan de gevaren van internet en geef je ze daarnaast gereedschap om bijvoorbeeld online te gaan pesten? En breng je ze op het idee om ooit fraude te plegen? Bazelmans: “Dat vind ik een rare vraag. Dan moet je de kinderen ook niet leren schrijven, want als je online wil gaan pesten dan moet je kunnen schrijven. Als mijn intentie is om ze te leren rekenen, dan leer ik ze ook niet dat ze een bank moeten gaan bestelen.”
Het lespakket van Bomberbot is meer dan alleen leren programmeren, zegt hij. Kinderen leren bijvoorbeeld creatief en logisch te denken en dat door samenwerking een doel bereikt kan worden. Reacties van ouders, leerlingen en docenten zijn positief. “Ik heb gezien hoe kinderen ermee bezig zijn. Ik vind het bijzonder gaaf om te zien dat die kinderen na twaalf lessen concepten als conditionals en algoritmes begrijpen. Achter ons programma zit bovendien veel meer dan alleen programmeren. We leren kinderen niet om programmeur te worden. Ik vind het belangrijk dat kinderen inzien dat computers niet zelf denken, maar dat jij invloed hebt op wat de computer doet.”
© Nationale Onderwijsgids / Frank Molema