Voor ongeveer 26.000 kinderen in Nederland vormt het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) een te grote uitdaging. Voor deze groep leerlingen bieden praktijkscholen een weg naar een plek op de arbeidsmarkt. De Maat in Ommen is één van de 174 scholen voor praktijkonderwijs (PrO) in Nederland. De Nationale Onderwijsgids (NOG) bezocht het simulatiehuis van de school, waar leerlingen leren een huishouden te bestieren.
De modelwoning die De Maat hiervoor gebruikt is staat midden in een woonwijk vlakbij de school. Alledaagse dingen als de was strijken, tuinieren, fietsbanden plakken en eten koken komen aan bod. De NOG sprak met Jannie Tempert van De Maat over deze bijzondere onderwijsfaciliteit. "Wij zijn uiteraard trots op dit unieke project".
NOG: Is het binnen het praktijkonderwijs gebruikelijk dat scholen een dergelijke modelwoning hebben? Hoe en wanneer is het huis in Ommen tot stand gekomen? En hoe wordt het project gefinancierd?
- Nee, het is niet gebruikelijk maar er zijn nog wel enkele praktijkscholen die werken met een simulatiehuis. We zijn met het huis gestart in 2008 nadat we informatie hadden verzameld over dergelijke projecten elders, onder andere bij een praktijkschool in Culemborg.
We zijn vervolgens samen met de school voor VSO ZMLK De Boslust naar de lokale woningbouwvereniging in Ommen gestapt, die vrijwel direct ook enthousiast was voor het idee. We hadden het geluk dat er vrij snel daarna een huurwoning in de buurt van de school vrij kwam en sindsdien huren beide scholen samen deze woning. De huur en de overige kosten worden uit de algemene middelen van de beide scholen gefinancierd.
NOG: Hoe reageert de buurt (en vooral de buren) op de leerlingen? Is die sociale component een belangrijk onderdeel van het project?
- We hebben vanaf het begin de buren betrokken bij het hele gebeuren en we hebben met verschillende buren ook een heel goed contact. Omdat het huis in de vakanties en ’s nachts meestal niet gebruikt wordt is het ook heel fijn dat de buren een oogje in het zeil houden en bij calamiteiten of andere zaken bereid zijn om als contactpersoon te fungeren.
Het omgaan met buren is ook een wezenlijk onderdeel van het hele project en de leerlingen nodigen de buren ook af en toe op de koffie en nieuwe groepen gaan vaak ook even kennismaken met de buren.
NOG: Wat zijn de belangrijkste vaardigheden die leerlingen meekrijgen? En welke vaardigheden vergen het meeste tijd om aan te leren?
- Alle zaken die je tegenkomt als je op jezelf woont komen aan de orde. Dit is natuurlijk zo breed dat niet alle leerlingen ook alles aangeboden krijgen. De actualiteit speelt hierbij ook een grote rol. Als de meterstanden voor bijvoorbeeld het waterverbruik moeten worden doorgegeven, doen die leerlingen dat die op dat moment het huis ‘bewonen’. Als er iets gerepareerd moet worden of er een aanpassing in de woning moet komen waarbij de woningbouwvereniging betrokken is, maken die leerlingen die er dan zijn daarover een afspraak met de woningbouwvereniging.
Een goede overdracht van wie wat doet is daarom wel heel belangrijk, vandaar dat elke groep die in het huis is geweest een kort verslagje maakt van wat ze gedaan hebben, of wat er nog gedaan moet worden. Dit varieert van het planten watergeven, de vuilniscontainer binnenhalen, het konijnhok uitmesten tot de opgehangen was van zolder halen. De vaardigheden worden getraind met behulp van werkkaarten. Daarnaast bieden wij ook babyverzorging aan, waarbij het accent ligt op de basisvaardigheden hoe zorg je voor een baby.
NOG: Is het voor jullie na te gaan wat de effecten zijn van jullie inspanningen? Houden jullie een ook een oogje in het zeil als de leerlingen daadwerkelijk zelfstandig gaan wonen?
We zien veel oud leerlingen terug, gewoon omdat ze na verloop van tijd weer eens de school binnen lopen. Ook onze open dagen zijn voor een deel ook een soort reünie voor oud-leerlingen. Daarnaast bezoeken ook nog veel oud-leerlingen één avond in de week de avondschool, die op onze school plaats vindt.
Een aantal jaren geleden hebben we ook een onderzoek gedaan onder oud-leerlingen tegen welke problemen ze aanliepen op het moment dat ze zelfstandig gingen wonen. De uitkomsten van dit onderzoek hebben we betrokken in een cursus zelfstandigheidstraining die we ook in het simulatiehuis geven.
Eerder verscheen op de Nationale Onderwijsgids een interview met Eddy van Lenthe en Hans Odink van de het Arbeids Trainings Centrum (ATC) van De Maat.
© Nationale Onderwijsgids / Arend Jan Wonink