GRONINGEN – De Groningse wethouder Elly Pastoor werd na haar aantreden in 2010 geen rustige inwerkperiode gegund. De PvdA-bestuurder kreeg direct een aantal moeilijke dossiers voor de kiezen. Toch blikt ze tevreden terug op de eerste twee jaar als wethouder. “Ik heb nergens spijt van”.
Ze heeft misschien wel de mooiste werkplek van Groningen; vanuit een ruime kamer op de hoek van het monumentale stadhuis kijkt ze uit over de Grote Markt en de Martinitoren, al wordt ze nu tijdens de meikermis getrakteerd op een kakofonie van lawaai en neonverlichting.
Twee jaar geleden werd Pastoor, zonder noemenswaardige politieke ervaring, wethouder voor Sociale Zaken, Onderwijs en Jeugd in een college met PvdA, SP, GroenLinks in de 'hoofdstad van het Noorden'. “Of dat een voordeel of nadeel is geweest, weet ik niet, maar je kunt in ieder geval zeggen dat als je niet uit de politiek afkomstig bent, je alles met een frisse blik bekijkt”, zegt Pastoor.
Twee dossiers die ze zelf als 'hartstikke moeilijk' omschrijft vroegen direct om haar aandacht, namelijk de verzelfstandiging van het openbaar onderwijs en de afbouw van de gesubsidieerde arbeid. “Ik viel met mijn neus in de boter”.
Banen en bruidschat
Bij de verzelfstandiging van het openbaar onderwijs per 1 januari 2010 kreeg de Openbaar Onderwijs Groep Groningen (O2G2) een 'bruidsschat' mee, waarmee het op eigen benen staan en de reorganisatie bekostigd moesten worden.
Die bruidsschat bleek achteraf te klein te zijn geweest en het eigen vermogen te gering. Het openbaar onderwijs kwam in de financiële problemen. In februari 2012 besloot de gemeenteraad daarom 11,5 miljoen euro extra toe te kennen aan het openbaar onderwijs, waarmee O2G2 en de ruim 3.200 medewerkers gered werden.
Hoewel Pastoor de kwestie erfde van het vorige college en de afbouw van de gesubsidieerde arbeid min of meer vanuit Den Haag werd opgedrongen, kreeg ze als verantwoordelijk wethouder een stortvloed van protest en kritiek te verwerken.
“Maar ik heb er niet wakker van gelegen”, zegt Pastoor. “Als ik eerlijk ben, ben ik er eigenlijk wel trots op dat ik die politiek gevoelige dossiers tot een goed einde heb gebracht als nieuweling”.
Het bijzonder onderwijs mag, zoals grondwettelijk is vastgelegd in het befaamde Artikel 23, aanspraak maken op evenveel middelen van de overheid als het openbaar onderwijs. Nu de financiële positie van O2G2 opgehoogd is, kan het bijzonder onderwijs op hun beurt bij de gemeente aankloppen voor een evengroot 'extraatje'.
Vooralsnog komt Pastoor niet aan die wens van het bijzonder onderwijs tegemoet.“ We zijn in gesprek met het bijzonder onderwijs in de stad. Laat het volstrekt duidelijk zijn dat we Artikel 23 van de Grondwet absoluut niet opzij kunnen schuiven”.
Onderwijsstad en vensterschool
Onlangs is Breda uitgeroepen tot de onderwijsstad van Nederland, maar Groningen mag historisch gezien zeker een claim leggen op die titel. Zo kenden de middenscholen, de vensterscholen en de technasia hun oorsprong in de Martinistad.
“Ook starten we hier met kubusonderwijs, waarmee we de vertaalslag maken van de technasia naar het basisonderwijs”, zegt Pastoor, zichtbaar trots, al geeft ze aan niet doelbewust bezig te zijn met het terughalen van de titel naar het Noorden.
Na zestien jaar worden de uitgangspunten van de Vensterschool - die medio jaren negentig in Groningen werd geïntroduceerd onder D66-wethouder Henk Pijlman, die nu met de scepter zwaait bij de Hanzehogeschool – nu opnieuw bekeken. Wat behouden we? Wat moet anders? Er is ondertussen veel veranderd in de samenleving. Nederland telt inmiddels ruim 1.600 vensterscholen, die buiten Groningen bekend staan als brede scholen of forumscholen.
“We geven de school eigenlijk weer terug aan de onderwijsgevenden, waarbij het onderwijs en opvang, het kind, de leerkracht en de ouder weer centraal komen te staan”, aldus de wethouder. “Het concept van de Vensterschool is na zestien jaar aan vernieuwing toe. We gaan er samen met de scholen en de opvang een Nieuwe Vensterschool van maken.”
Uit een recente evaluatie bleek dat onderwijsprofessionals vonden dat ze teveel tijd kwijt waren met overleg en randzaken, in plaats van met onderwijs. Onderwijs, opvang en zorg zijn straks wel in dezelfde wijk gehuisvest, maar niet meer per se in één gebouw.
Aansluiting naar de arbeidsmarkt
Als wethouder ziet Elly Pastoor een rol voor zichzelf weggelegd als regisseur; een spin in het web die partijen bij elkaar brengt. “Onderwijsinstellingen weten zelf heel goed hoe ze het beste onderwijs kunnen geven”.
Als voorbeeld van die regiefunctie noemt Pastoor het bevorderen van de samenwerking tussen de noordelijke roc's, de sociale diensten en het bedrijfsleven. “Ik heb de interregionale werkgeversgerichte benadering gekoppeld aan onderwijs in Den Haag op de kaart kunnen zetten”, zegt Pastoor.
“Het gaat dan vooral om het middelbaar beroepsonderwijs. Zo blijken er in de Eemshaven veel vacatures te zijn die moeilijk ingevuld kunnen worden, terwijl in Groningen de bakken vol zijn met mensen die op zoek zijn naar werk. De roc's in het Noorden willen die mensen graag opleiden. Die partijen breng ik samen, zodat we als overheid weer een serieuze gesprekspartner worden voor werkgevers, er banen komen voor de mensen en de 'bakken' leger worden”.
Groningen zou wel eens opnieuw een voortrekkersrol kunnen gaan spelen als het gaat om onderwijs en arbeidsmarkt.
Op naar Den Haag?
Pastoor is niet rouwig om de val van het kabinet en heeft een duidelijke visie op wat er moet gebeuren na Rutte I. “Ik vind dat de aandacht in het onderwijs weer terug moet gaan naar waar het onderwijs voor is. Dat is het onderwijs! Hoe zorg je ervoor dat de kinderen en de jongeren die in de klas zitten zo goed mogelijk onderwijs krijgen?”
“Dat betekent dat degene die de lessen geeft ongelofelijk belangrijk is en dat die terug in zijn kracht gezet moeten worden”. Ze pleit daarnaast voor een betere opleiding voor docenten. “Docenten moeten leren om vanuit een pedagogisch-didactisch handelen heel ingewikkelde kinderen aan te kunnen en heel slimme kinderen en misschien wat minder slimme kinderen. Vroeger konden onderwijzers dat. Ik heb het gevoel dat we dat spoor helemaal kwijt zijn”, zegt Pastoor.
Ook is de schaalvergroting in het onderwijs volgens de PvdA-wethouder niet goed geweest voor de kwaliteit van het onderwijs. Er zijn teveel managers en er is vooral teveel controle, waardoor scholen en docenten zelf te weinig vrijheid hebben om te doen wat zij het beste achten.
“Wat de landelijke overheid heeft gedaan is de suggesties wekken alsof iedereen het zelf mag uitzoeken, alleen doen ze dat met zo'n groot wantrouwen, dat ze eigenlijk alleen maar uitvoeringsinstellingen hebben gecreëerd”.
Ondanks deze kritische blik blijft Elly Pastoor op de vlakte over eventuele Haagse ambities, mocht de PvdA een goede uitslag behalen bij de komende verkiezingen. “Iedereen mag altijd bij me aankloppen, maar ik vind het gewoon erg leuk om wethouder te zijn”.
© Nationale Onderwijsgids / Arend Jan Wonink