Het Landelijk Overleg Lerarenopleiding Basisonderwijs (LOBO) maakt zich zorgen over de moeilijkheidsgraad van de toelatingstoetsen voor de pabo. Het aantal studenten dat hiervoor slaagt lijkt te dalen en LOBO vreest dat sommige studenten de pabo niet eens willen proberen vanwege de toetsen. Dit meldt het Algemeen Dagblad.
In 2015 is de toelatingstoets voor de pabo ingevoerd. De Vereniging Hogescholen verzocht de toelatingseisen te verzwaren om op termijn betere leerkrachten af te kunnen leveren. Doordat de nieuwbakken studenten over voldoende basiskennis beschikken, is er tijdens de opleiding meer tijd beschikbaar voor specifieke vakkennis en het aanleren van pedagogische en didactische vaardigheden, wat weer moet leiden tot kwalitatief sterkere leraren.
In de praktijk betekent dit dat iedere student voortaan moet aantonen over voldoende basiskennis op de vakgebieden aardrijkskunde, geschiedenis en natuur en techniek te beschikken, alvorens aan de opleiding deel te mogen nemen. Vwo’ers en havisten met een diploma in de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, natuurkunde of biologie voldoen aan de eisen. Overige havisten en mbo’ers moeten de toelatingstoets maken.
Ruim een kwart van de studenten haalde de toelatingstesten de afgelopen jaren echter niet, waardoor ze niet aan de pabo mochten beginnen, schrijft het AD. Vooral geschiedenis was een zware noot om te kraken. Het Landelijk Overleg Lerarenopleiding Basisonderwijs (LOBO) is zelfs bang dat de toetsen scholieren in de weg staan om de pabo te proberen. Met name mbo’ers zouden het te druk hebben in hun examenjaar om ook nog te studeren voor de toelatingstoetsen voor de pabo.
LOBO noemt het tegen het AD daarnaast “zorgelijk” dat de lichte stijging van ingeschreven pabostudenten met name veroorzaakt wordt door een groter aantal deeltijdstudenten. En deeltijdstudenten vallen relatief vaak uit omdat werk en studie toch lastig te combineren zijn. “Met deze aantallen winnen we de strijd tegen het lerarentekort niet.”
Door: Nationale Onderwijsgids